ik wou dat ik een woordvoerder had die voor me kon spreken
die anderen vertelde wat er van binnen gebeurt bij mij.
ik wou dat er iemand was die mij beschermde omdat ik dat zelf niet kan.
ik wou dat er iemand was die alles vertaalde naar de buitenwereld. van wat er speelt bij me van binnen en hoe ver ik eigenlijk ben.
ik wil niet meer zo verder leven maar ergens gaat alles mis en het is altijd mijn schuld
later bieden mensen excuses maar daar heb ik niets aan.
ik heb nu vreselijk onrust en denk dat zo is omdat iemand weer boos op me is.
het hoeft niet zo te zijn maar mij gevoel zegt dat.
Eén opmerking over 'woordvoerder.'
Reacties zijn gesloten.
Is dit o.a. wat je wil zeggen?
Ik kan jullie niet meer bijbenen.
Maar je hebt nu toch geen psychose meer? Waar kamp je nu dan nog steeds mee?
Ze noemen dit ook wel “Negatieve symptomen en psychomotorische armoede”
Negatieve symptomen heten zo, omdat daarbij opvalt dat er iets ontbreekt. Gedrag dat je zou verwachten is er niet. Negatief, omdat iemand dingen kwijtraakt die hij voorheen wel had.
Het verschilt natuurlijk per persoon hoe ernstig deze symptomen zijn.
Met negatieve symptomen voel je je leeg, heb je weinig energie, geen interesse voor de omgeving en vertoon je weinig activiteit. Soms zit je urenlang doelloos in een stoel, of lig ik het grootste deel van de dag in bed.
In contact biedt je weinig respons. Het lijkt dan soms dat je weinig op de ander gericht bent. Dit wordt ook wel psychomotorische armoede gesproken.
Psychomotoriek is alle beweeglijkheid die voortvloeit uit een geestesgesteldheid, een stemming. Men spreekt in dit geval van ‘armoede’ omdat de bewegingen spaarzaam zijn en traag.
De negatieve symptomen en psychomotorische armoede vallen meestal pas op wanneer de psychose voorbij is.
Vroeger werd gedacht dat deze negatieve symptomen en psychomotorische armoede een restverschijnsel waren na een psychose. Gebleken is dat negatieve symptomen al aan de eerste psychose vooraf kunnen gaan. Ze horen bij de psychose.
Welke negatieve symptomen heb jij dan nog?
– Affectieve vervlakking van de emoties, emotionele afstand (verlies van gevoelens en gedachten), moe zijn en leeg voelen. Anhedonie (verlies vermogen plezier te beleven)
Je hebt minder heftige gevoelens. Je kan je minder blij en/of verdrietig voelen. Het is alsof je eigen gevoel buiten je bereik ligt en je er niet bij kunt komen.
Dit geeft het gevoel niets belangrijks, niets van betekenis meer te ervaren. Ook al gebeuren er belangrijke dingen in je leven, het lijkt net of ze zomaar aan je voorbijgaan en je niet meer beroeren. Gevoelens voor schoonheid, het beleven van belangrijke gebeurtenissen in de familie, het lijkt alsof dat onder een grijze deken is gestopt.
– Gebrek aan energie, spontane bewegingen, catatone remming, vertraging, apathie
De motoriek is vertraagd, verstild. Er zijn weinig spontane bewegingen en gebaren, de gelaatsuitdrukking vertoont weinig mimiek, de bewegingen verlopen langzamer dan normaal en een eenmaal ingezette beweging wordt zo snel mogelijk weer beëindigd. Er is slechts beweging na aansporingen. Omdat er sprake is van weinig motoriek, spreekt men dan wel van catatone remming?
– Asociaal (overkomen)
Toont weinig interesse of neemt weinig deel in bv. een gesprek. Gezelschap vermijden, verminderde belangstelling voor de omgeving, grote behoefte alleen te zijn
– Uitdrukking- of Spraakarmoede Alogie; weinig ideeën, vastklampen aan beperkt aantal onderwerpen).
Door gevoelsvervlakking heb je weinig gelaatsexpressie die als ware geen antwoord lijkt te geven. Er is gering oogcontact (blikschuw) en geringe lichaamstaal.
Spraakarmoede blijkt door korte inhoudsloze antwoorden waarin grote lacunes
voorkomen. Het lijkt alsof ik een kleinere gedachtewereld heb en dit wordt weerspiegeld door een afgenomen vermogen tot het vloeiend produceren van spraak. Het is geen onwil!
– Gebrek aan aandrift, motivatie. Moeilijk tot activiteit komen. futloos of willoosheid door het onvermogen met een activiteit te starten. Daarnaast is het moeilijk eenmaal begonnen dit vol te houden.
Een van de meest hinderlijke verschijnselen, zowel voor de patiënt als voor omstanders, is het gebrek aan activiteit en dadendrang. Zo is ook gebleken uit onderzoek dat de passiviteit de grootste oorzaak is van spanningen in relationele sfeer door het nemen van minder initiatief. Soms kan dit zo erg zijn, dat iemand uit zichzelf bijna niets meer doet.
Oppervlakkige toeschouwers denken misschien daarom vaak dat je lui bent, geen zin hebt. Maar gebrek aan aandrift is een verschijnsel dat de meeste mensen na een psychose in meerdere of mindere mate ontwikkelen, en waar zij helemaal niets aan kunnen doen. Zij lijden er zelf ook heel erg onder.
Wanneer de omgeving niet langer te veel taken uit handen neemt, kan dat soms de activiteit doen toenemen. Maar men moet wel oppassen dat er geen onverzorgde situatie ontstaat. Voorzichtig stimuleren helpt nog het best, maar wel met mate!
Door overmatige stimulatie en overprikkeling kun je weer terugvallen en zelfs de verschijnselen juist verergeren.
– Verminderde aandacht en concentratie
Ook de aandacht is bij mensen na een psychose vaak sterk verminderd. Men kan het vaak maar heel even volhouden om te luisteren, een gesprek te voeren, of een tv-programma te volgen. Concentratie is moeilijk en kost veel energie. Hierdoor is het vaak moeilijk of onmogelijk een opleiding af te ronden of een baan te behouden. Soms is ook de interesse voor dingen die men vroeger wel leuk vond sterk afgenomen of zelfs helemaal verdwenen. Het is dan heel moeilijk iemand te stimuleren of alleen al zijn aandacht te trekken voor een activiteit.
– Spraakarmoede, affectvervlakking, geen expressie bij gelaatsuitdrukking, minder spontaan, sociale terugtrekking,
Dit houdt in dat ik minder goed kan denken en weinig emoties/woorden/taal uit. Zo praat je weinig en trekt jezelf snel terug. Spreken wordt dan beperkt tot het noodzakelijke. Ook toont je daarbij bijna geen emotionele reacties. Je kunt je dan maar moeilijk uiten en contact maken met andere mensen gaat moeizaam.
Van anderen krijg je wellicht te horen dat je erg stil bent en een matte gezichtsuitdrukking hebt. Je voelt je leeg en somber en hebt de neiging uzelf, uw sociale contacten en uw werk te verwaarlozen.
– Slaapproblemen
Slapeloosheid komt ook veel voor. Het kan zijn dat het dag-, achtritme verstoord raakt of worden omgedraaid. Door deze slaapproblemen kan de psychose gevoeligheid verergeren.
– Depressieve symptomen
Depressieve symptomen worden onder meer gekenmerkt door remming en vertraging van het denken en handelen, een sombere stemming, geen plezier meer in dingen hebben, gebrek aan eetlust, agitatie (ijsberen, handenwringen), energiegebrek en moeheid, besluiteloosheid en een gevoel van waardeloosheid.
– Inactiviteit
Het resultaat van de negatieve symptomen is over de hele linie een grote mate van inactiviteit. Natuurlijk is het aandeel van negatieve symptomen niet bij iedereen even sterk uitgesproken, maar de meeste mensen hebben er wel in enige mate mee te maken na een psychose.
Alle verschijnselen worden veroorzaakt door een stoornis in de signaalverwerking in de hersenen, en niet door een gebrek aan inzet van de betrokkene.
– Een achteruitgang van het psychisch en sociaal functioneren
Kort om:
Ik weet dat de gevolgen bij iedereen verschillend zijn, maar vrijwel altijd zijn ze ingrijpend. Studie, relatie, hobby’s, dagelijkse bezigheden – alles blijkt plotseling minder vanzelfsprekend dan voorheen. Zo moeten toekomstverwachtingen worden bijgesteld.
Waar anderen geleidelijk aanlopen tegen de grenzen van wat haalbaar is, worden mensen met negatieve verschijnselen na een psychose in één klap met hun beperkingen geconfronteerd; idealen moeten plaatsmaken voor een reëler perspectief. Dat kost tijd, vraagt om aanpassingsvermogen en om een omgeving die begrip toont voor de problemen die daar onlosmakelijk mee zijn verbonden. En ook als het goed lukt om de ziekteverschijnselen te behandelen, dan blijft er altijd nog een kwetsbaarheid voor nieuwe psychoses bestaan. En met die kwetsbaarheid moet ik leren omgaan.
Als eenmaal tot je doordringt dat je ziek bent en wat een psychose betekent, maak je een periode van ‘rouw’ mee. Je bent verdrietig en misschien boos, omdat je afscheid moet nemen van je ‘oude ik’. Tegelijk kun je tegen de toekomst opzien, omdat je verder moet met je ‘nieuwe ik’. Zo ben ik bij vlagen erg somber als het allemaal niet zo lekker loopt of wanneer ik veel slechte dagen achter elkaar heb gehad. (Als ik personen heb moeten afbellen als het even niet goed gaat enzo).
Soms ben ik zo somber en leeg dat niets me meer boeit of roert.
Zolang ik nog mijn lieve familie, vrienden en vriendinnen om mij heen heb vind ik het allemaal veel dragelijker en makkelijker om alles aan te gaan.
Soms raak ik zo emotioneel als iemand iets liefs voor me doet, een complimetje geeft, me weer eens belt of zelfs opzoekt of me uitnodigt! Schrik dan niet van mijn reactie. Ik heb je gemist en ben je gewoon zo dankbaar.
.
LikeLike